Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], De [16]kroon der ouden zijn de [17]kindskinderen, en der kinderen sieraad [18]zijn hun vaderen. 16. Dat is, sieraad. Zie boven hfdst.12 vs.4. 17. Te weten, die wijs en vroom zijn; in welken de ouden genieten Gods zegen, van welken zie Ps.127:3, en Ps.128:3. 18. Want het is heerlijk uit eerlijke ouders te zijn.